Skip to main content

“Je bent prachtig om te zien” zei de kleine prins. “Kom je met me spelen?”
“Om samen te spelen zal je me moeten temmen, maar ik ben een wilde vos. Jij bent voor mij zoals 1000 andere jongetjes en ik ben zoals 1000 andere vossen voor jou. Niets speciaals.
Temmen betekent verbinding. En als je me temt, dan hebben we elkaar nodig.”

“Ik laat me niet temmen” zei de voyageuse. “Ik heb stranden te ontdekken en palmbomen te tellen. Wanneer ik blijf zal ik me met jou verbinden. Ik reis, zodat ik jou niet nodig heb.”
Maar de voyageuse wist dat dit een leugen was. De zee zou haar herinneren aan zijn stem, de zon aan zijn warmte en de bries aan zijn geur.

“Wil je me temmen?”, vroeg de voyageuse schoorvoetend. “Er is niet veel tijd meer en echte liefde is zo zeldzaam tegenwoordig. Wees geduldig met me, want ik vertrouw je niet. Zeg niets, want je woorden zitten vol leugens. Kom op een vast tijdstip, zodat ik me kan verheugen op jouw komst in elke minuut die nadert, totdat mijn hart er klaar voor is. Pas dan kom ik tevoorschijn”

De voyageuse brak haar hart bij het afscheid, want loslaten in verbinding doet pijn. Het cadeau dat ze kreeg was van ongekende waarde. “Nu ben je niet meer als 1000 anderen, maar speciaal. Je hebt me getemd. Het is de tijd die we in verbinding doorbrachten dat ons contact speciaal maakt.”

Het is enkel met je hart, dat je zuiver kunt zien. Wat van belang is, is onzichtbaar voor het oog.

Le petit prince et la voyageuse